top of page
  • Facebook
  • Instagram

Wervelafwijkingen of ECVM bij dressuurpaarden, zin en onzin ervan.

  • Peeke
  • 30 apr
  • 4 minuten om te lezen

Wat is dit precies?


U zag het misschien de vorige weken en maanden wel ergens passeren, ECVM lijkt meer voor te komen bij dressuurpaarden. Maar waar gaat het precies over. ECVM staat voor Equine complex vertebral malformation of een in verstaanbaar Nederlands: Een afwijking aan dewervels bij paarden. Concreet betekent dit: een afwijking aan de 6de of 7de halswervel bij paarden en in vele gevallen ontbreekt er ook de eerste rib. Een halswervel heeft verschillende punten en uitsteeksels waar er spieren op vast hechten. Als deze plots ontbreken of asymmetrisch aangelegd zijn dan moeten de desbetreffende spieren ergens anders gaan vasthechten. Niks aan de hand zou je zeggen maar het betekent wel dat onze paarden van uit de geboorte asymmetrisch zijn terwijl we in de dressuur toch net streven naar symmetrie en paarden die links en rechts hetzelfde zijn.


Voorkomen.

Deze wervelafwijking is niet nieuw eigenlijk. Door de jaren heen heeft men dit bij verschillende paarden en bijna bij alle paardenrassen vastgesteld. Zelfs bij de oude volbloeden die toch vaak de basis zijn van onze moderne dressuurpaarden kwam deze afwijking voor. Je kan dat zelfs nog zien op skeletten die soms opgesteld staan in musea of dergelijke. Alleen lijkt het bij dressuurpaarden veel meer voor te komen. Gemiddeld over alle rassen heen schat men dat 5-10% van de paarden deze afwijkingen kunnen hebben maar bij dressuurpaarden komen er plots heel andere cijfers naar boven. Sommige dierenartsen spreken zelfs van 30 tot 40% van de dressuurpaarden die deze afwijkingen hebben. Al zijn er officieel nog geen cijfers bekend moeten we voor alle duidelijkheid hierbij vermelden. Natuurlijk kan je de vraag ook omkeren want als 40% van een populatie deze afwijkingen al zouden hebben dan kan en moet je jezelf afvragen in hoeverre het nog een afwijking is. In ieder geval lijkt deze afwijking volgens de praktijkdierenartsen best veel voor te komen en ze hebben allen het gevoel dat het toch meer bij dressuur dan bij de springpaarden voorkomt.



Diagnose.

Deze is niet zo simpel te stellen en ook de reden waarom deze aandoening zo lang onder de radar is gebleven. Je kan dit door middel van rƶntgenbeelden van de nek-schouder overgang maar je moet van deze regio verschillende schuine opnames maken uit verschillende hoeken nemen en je moet er ook enige ervaring in hebben om deze rƶntgenbeelden te kunnen interpreteren. Dus niet zo gemakkelijke en enkel voor paarden specialisten weggelegd.



Gevolgen.

Wat de gevolgen zijn van deze malformatie daar zijn de meningen erg verschillend over. Sommige lachen het gewoon weg, anderen dramatiseren het. Waar iedereen het wel bijna over eens is dat het meer lossigheid in het voorbeen met zich mee brengt. Meteen ook de reden waarom het meer bij dressuurpaarden zou voorkomen dan bij springpaarden want geef nu toe, een jury ziet net graag een mooi bewegend voorbeen met veel lossigheid. Maar ook bij de springpaarden ziet met jonge paarden die op jonge leeftijd met veel lossigheid en lucht springen en ook hier wordt vaak de link gelegd met ECVM. Nu als de gevolgen meer voorbeen lossigheid met zich mee zou brengen wat is dan het probleem zou je zeggen? Moeten we niet alle paarden dan zo gaan fokken? Er is echter ook een maar. Door de afwijking kunnen de zenuwbanen ook onderbroken worden en de paarden gaan dan een beetje atactisch lopen. Ze gooien met de benen de lucht in maar ze weten of voelen vaak niet waar ze hun benen precies neerzetten met alle gevolgen van dien. Sommige beweren ook dat deze paarden spectaculaire paarden zijn op jonge leeftijd maar later problemen krijgen in het grotere werk. Maar ook hier is niks bewezen en is het puur natte vinger werk.



Dierenartsen en specialisten.

Bdress legde zijn oor ook te luisteren bij de paardendierenartsen/specialisten. Veel dierenartsen kennen de aandoening, in zoverre je al over aandoening kan spreken, niet. In de springwereld ligt men er niet wakker van. Zowel dierenartsen betrokken bij de fokkerij en hengstenkeuringen als sportdierenartsen zijn er vrij gerust in. In de springsport selecteert zich dat vanzelf uit. In de dressuurwereld hecht men er wel blijkbaar meer belang aan. Waarom dit verschil? Geen idee maar daar wil men wel stappen ondernemen. Zo heeft de bwp hengstencommissie contact opgenomen met de universiteit van Gent om het aan te kaarten. Professor Pille verduidelijkt:ā€ We zijn inderdaad gecontacteerd door het bwp en hebben geluisterd naar hun bezorgdheid. Wat ECVM betreft is er niks bewezen en niks staat er vast. We lachen het niet weg en daarom hebben we besloten in eerste instantie om te gaan rapporteren. We gaan de dressuurhengsten die aangeboden worden in de komende jaren voor de hengstenkeuring in de universiteit checken op dit probleem zodat we op zijn minst binnen enkele jaren een idee hebben over de prevalentie van deze afwijking. Daarna kunnen we zien welke stappen we gaan ondernemen. We zouden alle aangeboden atactische paarden kunnen rƶntgen op het voorkomen, anderzijds kunnen we alle paarden met deze afwijking testen in hoeverre ze atactisch zijn in de zenuwtest. Maar niks staat erover vast, de vraag is zelfs als er aan deze afwijking een nadeel mee verbonden? Dat moeten we de komende jaren eens proberen uit te zoeken.



Wat nu?

Dierenarts en paardenspecialist Aldo Doveren heeft een guideline opgesteld als je nu een paard hebt waar deze malformatie bij vastgesteld wordt. Hij noemt het de beslisboom en kan dienen als een mooie leidraad en dit voor rijpaarden als voor de fokkerij.

In grote lijnen komt het erop neer dat als je paard geen klachten heeft je er weinig van aan moet trekken. Voor de fokkerij kan je natuurlijk ECVM paarden kruisen met paarden die het zeker niet hebben maar dan moet je het natuurlijk ook wel weten, want van de meeste hengsten is er niks over gekend en hengstenhouders staan er niet echt voor te springen om dit ook openbaar te maken. Rijpaarden die wel neiging tot ataxie hebben moeten gewoon goed gemanaged worden. Rekening houden met de training en met andere secundaire kwaaltjes die kunnen optreden. Maar dat is eigenlijk niet anders dan bij alle dressuurpaarden op hoog niveau. Ze moeten steeds een goed management hebben. Anderzijds is het goed als ruiter of als fokker dat je weet dat het bestaat en dat je er rekening mee kan houden, we volgen bij bdress alles op de voet op en informeren als er nieuwe info komt. Paniek is nergens voor nodig en meten is weten. Als er mensen zijn die meer info zoeken, op ā€œequinecvm.comā€ kan je meer info vinden en alles opvolgen de komende jaren.


ree

Ā 
Ā 
bottom of page